Begijnhof

  • Nassau
  • Erfgoed
  • Royal Roots
  • Explore Royal
  • Veemarktkwartier
Een idyllische, rustige plek in het bruisende centrum van Breda. Dat is het Begijnhof. Hier waan je je even terug in de tijd. Tot in de jaren negentig van de vorige eeuw woonden hier begijnen. Dat waren vrome, alleenstaande vrouwen die in de stad ‘goede werken’ deden in het onderwijs en de ziekenzorg. De vergelijking met een kloosterorde gaat niet helemaal op. Begijnen legden geen eeuwige gelofte af en mochten eigen bezittingen houden.

Historische band met de Nassaus

De geschiedenis van de Bredase begijnengemeenschap gaat 750 jaar terug. Toen lag het hof nog vlakbij het Kasteel van Breda, maar Hendrik III van Nassau liet het verplaatsen toen hij in de zestiende eeuw het kasteel en de kasteeltuin wilde uitbreiden. Met frisse tegenzin verhuisden de begijnen in 1535 naar de huidige plek. In ruil daarvoor kregen ze van Hendrik III de toezegging dat ze altijd onder de bescherming van de Nassaus zouden blijven. Het Begijnhof heeft daardoor nog steeds een bijzondere band met ons Koningshuis.

Halverwege de negentiende eeuw werd het Begijnhof uitgebreid met negen huisjes. Op dit zogenaamde Nieuwe Hof staat een standbeeld van Johanna van Polanen.

Kruidentuin

In het hart van het Begijnhof ligt een uitstekend onderhouden tuin, met 300 verschillende soorten kruiden. De kruiden zijn voorzien van bordjes met daarop de Latijnse en Nederlandse benaming van het betreffende kruid. De begijnen gebruikten de kruiden in de ziekenzorg. Het hof, de kerk en de kruidentuin van het Begijnhof zijn gratis te bezoeken.

Hoe de begijnen leefden, kun je zien In het Begijnhofmuseum, gevestigd in één van de huisjes. In het Poortgebouw is het Miniaturen- en Poppenhuismuseum gevestigd. Beide zeker de moeite waard!

Stiltegbied

In Nederland bevonden zich ooit 38 begijnhoven. Vrijwel al deze begijnhoven zijn na de reformatie opgeheven of uitgestorven. Naast Amsterdam bleef het Begijnhof in Breda bewaard tot ruim in de tweede helft van de twintigste eeuw. De laatste begijn, juffrouw Frijters, overleed in 1990.
De zestiende-eeuwse begijnenwoningen worden nog altijd bewoond door alleenstaande vrouwen die respect vragen voor hun leefomgeving en de stilte in het hof.