Stadswandeling door historisch Breda
(2,5 km)
We nemen je mee op een 'historische kilometer' door de binnenstad. Met deze wandelroute maak je kennis met het oudste gedeelte van Breda. Én je ontdekt dat de voorouders van ons Koninklijk Huis hier bijzondere sporen nalieten. Breda is niet voor niets de bakermat van het Huis Oranje Nassau!
Dit ga je zien
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
Beschrijving
1
- Nassaumonument of Baroniemonument
Dit monument is een logische start van deze wandeling. Het herinnert aan de komst van de Duitse graaf Engelbrecht van Nassau naar Nederland. Op de drie reliëfs kun je zien hoe hij en zijn vrouw, de elfjarige Bredase Johanna van Polanen, werden ingehuldigd als Heer en Vrouwe van Breda. Engelbrecht en Johanna legden met hun huwelijk de basis voor het Huis Oranje Nassau, ons Nederlands Koningshuis en luidden een belangrijke periode in de Bredase geschiedenis in. - Park Valkenberg
Ga een stukje rechtdoor in Park Valkenberg en neem het pad rechtsaf rond de vijver.
Dit park hoorde tot 1812 bij het Kasteel van Breda en was alleen toegankelijk voor kasteelbewoners en hun gasten. Van hieruit bedreven ze de valkenjacht. Het perkje met het beeld van Hercules, overigens een replica, herinnert aan de zeventiende eeuw, toen het park in Frans/Italiaanse stijl was aangelegd met maar liefst zeventien beelden.
Tegenwoordig is het park een bruisende ontmoetingsplaats... ook voor ganzen. - Kasteel van Breda
Aan de rand van het park, bij de slotgracht, heb je het mooiste uitzicht op het Kasteel van Breda.
Al aan het eind van de twaalfde eeuw stond hier een burcht. Die liet Jan van Polanen I, zo’n 200 jaar later, verbouwen tot een kasteel met torens en een gracht. Toen Jan’s kleindochter Johanna er met graaf Engelbrecht van Nassau ging wonen, werd dit kasteel het Nederlandse stamslot van de Nassaus.
Er is doorlopend aan het kasteel verbouwd, maar voor de grootste veranderingen zorgde Hendrik III van Nassau in de zestiende eeuw. Door zijn belangrijke functie aan het hof van Keizer Karel V reisde Hendrik veel door Zuid-Europa en werd verliefd op de renaissancekunst daar. In die tijd nog onbekend in Noord Europa.
Zijn derde vrouw, Mencia de Mendoza, was opgegroeid aan het Spaanse hof, omringd door (renaissance)kunst en cultuur. Hendrik en Mencia lieten architect Tomasso Vincidor uit Italië overkomen, een leerling van de beroemde Rafael. Die verbouwde het kasteel tot het eerste renaissancepaleis van 'boven de Alpen'.
In 1826 besloot Willem I de Koninklijke Militaire Academie in het kasteel te vestigen. Breda lag centraal in de Nederlanden omdat daar ook België nog bij hoorde. Bij de verbouwing tot academie ging helaas veel van het renaissance-uiterlijk van het kasteel verloren. De hoektorens werden afgeplat en de vele mooie dakkapellen moesten plaatsmaken voor een extra etage. Het Kasteel is sindsdien defensieterrein en alleen toegankelijk met een rondleiding door Gilde de Baronie. - Kasteelplein
Aan het einde van het park ga je rechtsaf langs het poortgebouw van het kasteel (Stadhouderspoort).
Links kijk je op het Kasteelplein met onder meer een standbeeld van Stadhouder Willem III te paard. Recht voor je, het vierkante grijsbruine gebouw, is het Wilhelmina Paviljoen. Hier is een expositie ingericht over de bewoners van het kasteel van toen en nu. Deze is op dinsdagen geopend. - Huis van Brecht
Je loopt links langs het Wilhelmina Paviljoen de Cingelstraat in.
Aan het einde rechts zie je het Huis van Brecht, het oudste stenen huis van Breda. Het was een van de weinige huizen die de grote stadsbrand van 1534 overleefden. Tegenwoordig is hier de bibliotheek van de KMA gevestigd.
Als je links de Schoolstraat in kijkt, zie je aan de linkerkant de synagoge. Deze werd tijdens WOII volledig verwoest. Pas in 1992 is deze, na een grondige opknapbeurt weer in gebruik genomen . - Spanjaardsgat
Vanuit de Cingelstraat loop je rechtdoor naar de Kraanstraat.
De naam herinnert nog aan de kraan die hier stond uit de tijd dat de Haven nog een belangrijke handelsplek was. Op veel oude prenten is de kraan nog te zien.
Voor je ligt het Spanjaardsgat. Twee verdedigingstoren, aangelegd door Graaf Hendrik III. De linker toren heet 'Granaattoren.' Omdat in de rechter toren postduiven werden gehouden voor Willem van Oranje, kreeg die de naam 'Duiventoren'. De torens doen nu dienst als kapellen en in de Duiventoren huist ook het voorlichtingscentrum van de Nederlandse Defensie Academie waarvan de KMA onderdeel is.
Veel mensen denken dat hier in 1590 de list met het turfschip plaatsvond, maar dat gebeurde een stukje verder, bij het tegenwoordige sportterrein van de KMA. Turfschipper Adriaan van Bergen heroverde toen het Kasteel op de Spanjaarden door in zijn schip soldaten van Prins Maurits binnen de kasteelmuren te smokkelen. - De Haven
Als je linksaf loopt, zie je voor je de voormalige vishal, nu in gebruik als horeca.
In 1367 was hier al een vismarkt. Daar werd zeevis verhandeld want Breda had via de rivier de Mark een open verbinding met de zee, Van lieverlee verzandde die verbinding en de Bredase haven werd steeds minder belangrijk.
In dit deel van de haven waren tot in de zestiende eeuw veel bierbrouwerijen. De waterkwaliteit was slecht en bier drinken was een stuk gezonder.
Begin zestiger jaren van de vorige eeuw werd de haven (met één stem meerderheid in de gemeenteraad) gedempt om plaats te maken voor de eerste ondergrondse parkeergarage van Nederland. Gelukkig werd in 2007 de historische haven in ere hersteld.
Het is nu een bruisend stukje Breda met rondvaartbootjes, kano- en motorbootjesverhuur en passantensteigers waar je kunt overnachten. - Havermarkt
Bij de Vishal ga je links de Vismarktstraat in.
Deze straat komt uit op de Havermarkt, hét uitgaanscentrum van Breda. Deze plek heet dan wel Havermarkt, maar granen werden niet hier, maar op de Grote Markt verhandeld. Wel kwamen hier boeren uit de omtrek om hun groenten, eieren en boter te verkopen. In de zeventiende eeuw was hier ook een leermarkt. De oude benamingen van dit pleintje: Groenmarkt, Botermarkt en Korenmarkt vertellen eigenlijk meer over de vroegere functies. - Grote of Onze Lieve Vrouwekerk
Op de Havermarkt ga je naast café Bruxelles winkelgebied ’t Sas in. Vervolgens neem je de uitgang links naar de Torenstraat en steekt deze recht over naar het Kerkplein voor een bezoekje aan de Grote Kerk.
Engelbrecht I gaf bij de geboorte van zijn zoon Jan opdracht om een grote kerk met grafkelder te bouwen, passend bij de status van de Nassaus. Op die plaats stond eerder al een kleinere kerk. De bouw van de Onze Lieve Vrouwekerk duurde van 1410 tot 1547. De 97 meter hoge toren was na veertig jaar bouwen al in 1509 klaar. De Nassaus en vooral Hendrik III droegen veel bij aan de bouw van de kerk. Deze van oorsprong katholieke kerk bleef na de beeldenstorm hervormd en wordt sindsdien Grote Kerk genoemd.
Het pronkstuk van de Grote Kerk is de Prinsenkapel met de graftombe van Engelbrecht II van Nassau, 16e eeuwse fresco’s, een drieluik van Jan van Scorel en een schitterend met bladgoud gerestaureerd plafond.
Maar eigenlijk is veel in de Grote Kerk bijzonder. Van de koorbanken, het prachtige koperen traliewerk en de graftombes van de Polanens en de Nassaus tot de andere fraaie grafzerken en het gerestaureerde orgel uit 1715.
In de grafkelder liggen tót aan Willem van Oranje alle Bredase Nassaus, inclusief de eerste Prins van Oranje, René de Chalon. Willem van Oranje, die in 1584 in Delft werd vermoord, had zijn laatste rustplaats ook in de Grote Kerk gereserveerd, maar toen hij werd doodgeschoten, was Breda in Spaanse handen. Willem werd in Delft bijgezet en na hem bijna alle Oranje-Nassaus. Zijn eerste vrouw, Anna van Buren en hun dochtertje liggen wel hier. - Grote Markt
Vanuit de Grote Kerk ga je linksaf naar de Grote Markt.
Dit is het hoogst gelegen punt van de stad en al eeuwenlang in gebruik als marktplaats. Er werden in het begin vooral granen verhandeld. De algemene warenmarkten, zoals die nu op dinsdagochtend en vrijdag worden gehouden, dateren van 1321. Al sinds de zeventiende eeuw bespeelt de stadsbeiaardier tijdens marktdagen het carillon van de Grote Toren.
Op de Grote Markt vonden voeger ook terechtstellingen plaats. De klok in het torentje van het Stadhuis riep nieuwsgierige Bredanaars op om het gruwelijke schouwspel mee te maken. Tegenwoordig is het er vooral gezellig. Veel restaurants en terrassen en vaak het decor voor mooie evenementen. - Stadhuis
Het stadhuis, schuin aan de overkant op nr. 38, bestaat eigenlijk uit vier huizen die bouwmeester Philips Willem Schonck in 1767 achter één gevel verborg. Het oudste deel is de grote hal. Al in de vijftiende eeuw werd daarnaast ook een zgn. 'Cleyn raedthuys' in gebruik genomen. Het meest rechtse huis, het 'Liggend Hert' kwam er als laatste bij.
Vrouwe Justitia boven de hoofdingang geeft aan dat hier vroeger ook recht gesproken werd.
In de hal hangt een grote kopie van het beroemde schilderij van Velazquez 'Las Lanzas'. Hierop is de overgave van Breda aan de Spaanse bevelhebber Spinola (1625) te zien. Het oorspronkelijke schilderij hangt in het Prado in Madrid.
Het stadhuis wordt alleen nog gebruikt voor raads- en commissievergaderingen, officiële ontvangsten en huwelijken. - Grote Markt 19
Het pand aan de overkant, op nr. 19 heette 'Het Lam' of 'Het witte Lam'. Prins Filips Willem, zoon van Willem van Oranje, gaf in 1614 toestemming om hierin de Vleeshal onder te brengen. Alleen hier mocht vlees worden verkocht. De mooie afbeelding van Sint Joris en de draak in de gevel verwijst naar het kruis- en voetbooggilde St. Joris dat hier vanaf de 17e eeuw gevestigd was. Van 1933 tot 1998 was hier het Stedelijk en Bisschoppelijk Museum gevestigd, de voorloper van Stedelijk Museum Breda.
Tegenwoordig huist in de 15e eeuwse kelder Bierrouwerij St. Joris. - Judith
Vlak voor de voormalige vleeshal staat het bevrijdingsmonument 'Judith' van Niel Steenbergen. Volgens het bijbelverhaal was Judith een Joodse vrouw die het kwaad overwon met een list. De dierenkoppen bovenaan het beeld staan voor menselijke hoofddeugden. Op de sokkel staan toepasselijke teksten zoals ‘Leven van Vrijheid beroofd is leven in verzet’ en ‘Hun wil was wet, hun wet was dood’. Het beeld werd in 1952 op de Grote Markt geplaatst en was een cadeau van de Bredase bevolking. - Antonius Kathedraal
Je gaat tot het eind van de Markt, links om de bomen heen en vervolgens linksaf de St. Janstraat in.
Vooraan rechts staat de Antonius Kathedraal, een rijk uitgevoerde waterstaatskerk. Dit was in 1836 de eerste katholieke kerk die, na de schuilkerkenperiode, officieel gebouwd mocht worden. Het was ook de eerste bisschopskerk van het nieuwe bisdom Breda. De zetel van de bisschop van Breda keerde in 2001, na een afwezigheid van 32 jaar, terug naar de Antoniuskerk. Die kreeg opnieuw de status van kathedraal. - Hofhuizen
Even verder in de St. Janstraat staan twee voorname hofhuizen, het Huis Hersbeeck (nr. 16), nu een horecagelegenheid en het Huis Ocrum (nr. 18). Hierin is Centrum voor de Kunsten Nieuwe Veste gevestigd. In 1667 verbleven in beide huizen de Engelse gezanten, die deelnamen aan de Vredesonderhandelingen voor de Vrede van Breda. De afgevaardigden van de Raad van State gebruikten het Huis Hersbeeck wanneer zij in de stad op dienstreis waren. Ook koning Lodewijk Napoleon logeerde er.
Het roodbruine Huis Ocrum was van 1848 tot 1952 rooms burgerweeshuis. Dat is nog te zien aan de kinderkopjes die aan de negentiende eeuwse voorgevel van het gebouw zijn aangebracht. - Bisschoppelijk Paleis
De St. Janstraat gaat over in de Veemarktstraat. Die loop je in tot aan nr. 46.
De oorspronkelijke naam van deze straat is de Gasthuisstraat, voor het eerst vermeld in een oorkonde uit 1340. Hiermee is het een van de vroegst vermelde straten in Breda.
Van het Bisschopshuis (nr. 46), een beetje achteraf in de Veemarktstraat, is jammer genoeg alleen de voorkant te zien. Alleen aan de achterkant is het achttiende eeuwse karakter bewaard gebleven. Hier woonde in de zestiende eeuw de thesauriergeneraal van Prins Maurits en de burgemeester van de stad Breda, Godevaert Montens. Sinds 1872 is het de ambtswoning van de bisschop. - Lutherse Kerk
Je draait om en gaat terug maar houdt op de splitsing rechts aan zodat je in de Veemarktstraat blijft.
In de Veemarktstraat loop je gemakkelijk voorbij aan de Lutherse Kerk, een voormalige schuilkerk, verscholen achter een vrij onopvallende poort op nr. 11.
In de tijd van de Republiek der Verenigde Nederlanden mochten alleen de hervormden herkenbare kerkgebouwen beheren. De Lutheranen in 1782 daarom hun kerk achter dit huis met de naam 'Repos Ailleurs' (rust elders). Hier hielden ze hun samenkomsten, zonder dat het opviel. Onder de kerk zit een mooie, zwart-wit betegelde crypte uit het begin van de zestiende eeuw. De Lutherse kerk is niet te bezichtigen. Het gebouw is te huur voor lezingen, bijeenkomsten en concerten. - St. Annastraat
Vanaf de Lutherse Kerk keer je om en je loopt terug tot je linksaf de St. Annastraat in kunt.
Let voor je linksaf slaat nog even op de bijzondere gevel van de vrije Boekhandel op Veemarktstraat 40!
De St. Annastraat dateert al uit de zestiende eeuw en is waarschijnlijk aangelegd zodat de Heren van Breda die op het Kasteel woonden, met hun paarden en rijtuigen een directe toegang hadden naar het Valkenberg. Het is een authentiek straatje met creatieve en ambachtelijke ondernemers. - Willem Merkxtuin
Ga vlak voorbij Café Publieke Werken rechtsaf de poort door.
Deze poort leidt naar de Willem Merkxtuin. In 1984 nam Ir. Willem Merkx afscheid als burgemeester van Breda. Het was zijn wens om van het braakliggend terrein achter de patriciërshuizen aan de Catharinastraat een fraaie tuin te maken. Als afscheidscadeau bood de Bredase bevolking hem deze beeldentuin aan. Vanuit de Merkxtuin heb je een mooi uitzicht op de achterkant van de patriciërswoningen in de Catharinastraat. De tuin is tussen 9.00 en 17.00 uur gratis toegankelijk.
Het is ook een mooie plek om op marktdagen om 11.00 uur de beiaard van de Grote Kerk te beluisteren. - Begijnhof
Je loopt de tuin door en neemt de uitgang naar de Catharinastraat.
Schuin links aan de overkant ligt het Begijnhof, het meest rustieke plekje in de Bredase binnenstad. De geschiedenis gaat ruim 750 jaar terug. Toen lag het hof dichter bij het Kasteel van Breda. In 1531 had Hendrik III van Nassau de grond nodig voor de uitbreiding van zijn kasteel. Hij schonk de vrome vrouwen dit stuk grond in het Valkenberg. Als tegenprestatie beloofde hij de begijnen dat het hof altijd de bescherming van de Nassaus zou houden. Hij hield woord waardoor het Begijnhof nu een van de twee nog overgebleven Begijnhoven van Nederland is.
De laatste begijn overleed in 1990. Nog steeds wonen op het hof alleen ongetrouwde dames. Hoe de begijnen leefden en werkten, kun je zien in het Begijnhofmuseum op nummer 29. De tuin van het Begijnhof is een kruidentuin. Je vindt er honderden soorten kruiden. Die gebruikten de begijnen voor hun werk in de ziekenzorg.
TIP: In het poortgebouw huist het Miniaturen- en Poppenhuismuseum. - Waalse Kerk
Je verlaat het Begijnhof.
Net links van het Begijnhof staat de Waalse Kerk. Deze intieme kerk is als Wendelinuskapel gebouwd in opdracht van Johanna van Polanen. Na de verhuizing van het Begijnhof werd de Wendelinuskapel de kerk voor de begijnen. Later ging de kerk over naar de Waalse gemeente. De officieren en cadetten hadden hier hun eigen banken. De vader van de dichter Jacques Perk was hier van 1868 tot 1872 Waals predikant. Tegenwoordig wordt de kerk gebruikt voor tentoonstellingen, concerten en ontvangsten. - Catharinastraat
Vanaf hier heb je de keuze om de wandeling te beëindigen en terug te gaan naar het beginpunt in het Valkenberg of door de Catharinastraat naar Stedelijk Museum Breda te lopen.
Ook in de Catharinastraat vind je verschillende hofhuizen. Tegenover de Waalse Kerk, op nr. 20, logeerden afgevaardigden van de Staten van Holland, Zeeland en West-Friesland. In 1667 waren zij aanwezig bij de onderhandelingen voor de Vrede van Breda, in het Kasteel van Breda. Toen de Vrede van Breda was gesloten, werd in de stad een groot feest gehouden en stonden voor dit huis fonteinen opgesteld, waar wijn uit spoot.
Aan het eind van de Catharinastraat stond vroeger de Gasthuispoort, een van de drie stadspoorten die rond 1330 bij de ommuring van Breda werden gebouwd. De poort ontleende zijn naam aan het gasthuis in de Boschstraat. - Stedelijk Museum Breda
Aan het eind van de Catharinastraat steek je recht over bij de verkeerslichten. Op Boschstraat nr. 22 vind je Stedelijk Museum Breda.
In het gebouw van SMB was al vóór 1246 een gasthuis gevestigd, dat eerst buiten en later binnen de stadsmuren stond. Het gebouw heette de Beyerd (of beyaert). Dat betekent oorspronkelijk ziekenzaal of gemeenschappelijke eetzaal in een gasthuis. Behalve gasthuis voor zieken en armen had het gebouw ook de functie van pesthuis en ‘Dolhuis’ (gekkenhuis). Tot 1955 was het een oude mannenhuis. De twee beelden van oude mannen op de voorgevel herinneren nog aan die tijd.
Vanaf 2017 is hier Stedelijk Museum Breda gevestigd. Het is hét museum voor erfgoed, geschiedenis en kunst van Breda en omgeving. Het museum is te bezoeken van dinsdag t/m zondag en is toegankelijk voor rolstoelers.
23