Welkom in Nassaustad Breda! We nemen je mee op een wandeling door de binnenstad die je ook met een rolstoel gemakkelijk kunt maken. Zo maak je kennis met het oudste gedeelte van Breda. Én je ziet welke bijzondere sporen de voorouders van ons koninklijk huis hier nalieten. Breda is niet voor niets de bakermat van het Huis Oranje Nassau!

Het centrum van Breda is voor een groot gedeelte geplaveid met zogenaamde ‘kinderkopjes’. Niet ideaal met een rolstoel. Gelukkig zijn ze op veel plaatsen bijgeslepen voor wat meer comfort. We wensen je een mooie stadstour.

We starten de wandeling bij het Nassau- of Baroniemonument bij de Willemsbrug in het Park Valkenberg.

Nassaumonument

Het Nassaumonument of Baroniemonument herinnert aan het ontstaan van het Nederlandse Koningshuis: de komst van de Duitse graaf Engelbrecht van Nassau naar Nederland. Op de drie reliëfs kun je zien hoe hij en zijn vrouw, de elfjarige Bredase Johanna van Polanen werden ingehuldigd als Heer en Vrouwe van Breda. Engelbrecht en Johanna legden met hun huwelijk de basis voor ons Koningshuis.

Het monument werd in 1905 feestelijk onthuld door koningin Wilhelmina. Rondom zijn de wapenschilden van twintig gemeenten rond Breda aangebracht. Bovenop torent de Leeuw van Nassau met koningskroon, zwaard en wapenschild.

De bekende dr. P.J.H. Cuypers, architect van o.a. het Rijksmuseum en het Centraal Station in Amsterdam, ontwierp het monument.

Ga een stukje rechtdoor en neem het pad rechtsaf rond de vijver.

Stadspark Valkenberg

Je bent nu in het park Valkenberg. Tot 1812 deed dit park dienst als kasteeltuin voor de Heren van Breda. Het park dankt zijn naam aan een valkenhuis van waaruit de kasteelbewoners en hun gasten op valkenjacht gingen. Het perkje met het beeld van Hercules, overigens een replica, herinnert aan de zeventiende eeuw, toen het park in Franse stijl was aangelegd. Toen stonden er maar liefst zeventien beelden.

Tegenwoordig is het park een bruisende ontmoetingsplaats. En niet alleen voor mensen want ook heel veel ganzen vinden hier hun plek.
 

Aan de rand van het park, bij de slotgracht, heb je het mooiste uitzicht op het Kasteel van Breda.

Het Kasteel van Breda

Al aan het eind van de twaalfde eeuw stond hier een burcht. Die liet Jan van Polanen I, zo’n 200 jaar later, verbouwen tot een echt kasteel met torens en een gracht. Toen Jan’s kleindochter Johanna er met graaf Engelbrecht van Nassau ging wonen, werd het Kasteel van Breda het Nederlandse stamslot van de Nassaus.

Er is veel aan het kasteel verbouwd, maar voor de grootste veranderingen zorgde Hendrik III van Nassau in de zestiende eeuw. Door zijn belangrijke functie aan het hof van Keizer Karel V reisde Hendrik veel door Zuid-Europa.

Hij was onder de indruk van de renaissancekunst in Italië. Zijn derde vrouw, Mencia de Mendoza, was opgegroeid aan het Spaanse hof, omringd door kunst en cultuur.

 

Hendrik en Mencia lieten architect Tomasso Vincidor uit Italië overkomen, een leerling van de beroemde Rafael. Die verbouwde het kasteel tot het eerste renaissancepaleis van Noord Europa.  

Koninklijke Militaire Academie

In 1826 breekt een nieuw tijdperk aan voor het kasteel. Willem I besloot hier de Koninklijke Militaire Academie te vestigen. Breda lag toen centraal in de Nederlanden waar ook België bij hoorde.  Bij de verbouwing tot academie ging helaas veel van het renaissance-uiterlijk van het kasteel verloren. De hoektorens werden afgeplat en de vele mooie dakkapellen moesten plaatsmaken voor een extra etage.

Aan het einde van het park ga je rechtsaf langs het poortgebouw van het kasteel. Links kijk je op het Kasteelplein.

Kasteelplein

Rechts van de Stadhouderspoort van het kasteel,  zie je het zgn. Blokhuis, waar Willem van Oranje woonde. Op de plaats van de vensters, links en rechts van de poort, waren in de zestiende en zeventiende eeuw sierlijke open galerijen.

Het bruingrijze gebouw links van de kasteelpoort werd in 1867 als HBS gebouwd en in 2008 grondig gerestaureerd. Sindsdien heet het Koningin Wilhelminapaviljoen. Er huist nu een permanente expositie over de historie van het kasteel en zijn bewoners door de eeuwen heen. Het maakt deel uit van het KMA gebouwencomplex en is op dinsdag voor publiek geopend.

Het gebouw 'Justinus van Nassau' op de hoek van het Kasteelplein en de Cingelstraat dateert uit de zeventiende eeuw. Het heeft allerlei functies gehad. Koning Lodewijk Napoleon logeerde er, het was rechtbank, ambtswoning van de gouverneur van de KMA en het deed jaren dienst als Volkenkundig Museum.

Het Kasteelplein was, de naam zegt het al, nauw verbonden met het Kasteel van Breda. Gevechten rond het kasteel speelden zich vaak hier af. In de tijd van Alva was het Kasteelplein een executieplaats. Protestanten die berecht waren door de Inquisitie (de Bloedraad), vonden hier de marteldood en werden in het openbaar verbrand.

Vanaf het Kasteelplein ga je langs het Wilhelminapaviljoen de Cingelstraat in. Deze loopt over in de Kraanstraat.

Cingelstraat

Aan deze straat stonden in de zestiende eeuw veel voorname huizen. Daar woonden opperhovelingen en gasten van het Hof logeerden daar. Eén van de voornaamste, in ieder geval ook oudste hofhuizen van Breda, is het Huis van Brecht (± 1490), aan de rechterkant van de Cingelstraat. Het is waarschijnlijk één van de weinige voorname stenen gebouwen, die de grote stadsbrand van 1534 hebben overleefd. Momenteel is het de bibliotheek van de Koninklijke Militaire Academie.

Iets verder links in de Schoolstraat bevindt zich de synagoge van de Joodse Gemeente. Het gebouw is in de Tweede Wereldoorlog volledig verwoest en pas in 1992 in oude glorie hersteld.

Je vervolgt de Kraanstraat en komt bij de Haven en het Spanjaardsgat.

Het Spanjaardsgat

Voor je ligt het Spanjaardsgat. Twee verdedigingstoren, aangelegd door Graaf Hendrik III. De linker toren heet 'Granaattoren.' Omdat in de rechter toren postduiven werden gehouden voor Willem van Oranje, kreeg die de naam 'Duiventoren'. De torens doen nu dienst als kapellen en in de Duiventoren huist ook het voorlichtingscentrum van de Nederlandse Defensie Academie waarvan de KMA onderdeel is.

Veel mensen denken dat hier in 1590 de list met het turfschip plaatsvond, maar dat gebeurde een stukje verder, bij het tegenwoordige sportterrein van de KMA. Turfschipper Adriaan van Bergen heroverde toen het Kasteel op de Spanjaarden door in zijn schip soldaten van Prins Maurits binnen de kasteelmuren te smokkelen.

Je gaat nu linksaf. Voor je zie je de voormalige vishal en de Haven.  

De Haven

In 1367 was hier al een vismarkt. Daar werd zeevis verhandeld want Breda had toen via de rivier de Mark een open verbinding met de zee,
In dit deel van de haven waren tot in de zestiende eeuw veel bierbrouwerijen. De waterkwaliteit was slecht en bier drinken was een stuk gezonder.

Begin zestiger jaren van de vorige eeuw werd de haven (met één stem meerderheid in de gemeenteraad) gedempt om plaats te maken voor de eerste ondergrondse parkeergarage van Nederland. Gelukkig werd in 2007 de historische haven in ere hersteld.

Het is nu een bruisend stukje Breda. In het seizoen vertrekken er rondvaartbootjes, er zijn kano- en motorbootjes te huur en er zijn passantensteigers waar je kunt overnachten.

Tip: Rondvaartbedrijf de Nieuwe Mark beschikt over een rondvaartboot met een rolstoellift!

Bij de Vishal ga je links de Vismarktstraat in. Deze straat komt uit op de Havermarkt.

Havermarkt

De Havermarkt is hét uitgaanscentrum van Breda. Deze plek heet dan wel Havermarkt, maar granen werden niet hier, maar op de Grote Markt verhandeld. Wel werden hier door de boeren uit de omtrek groenten, eieren en boter verkocht. In de zeventiende eeuw werd hier ook een leermarkt gehouden. De oude benamingen van dit pleintje: Groenmarkt, Botermarkt en Korenmarkt vertellen eigenlijk meer over de vroegere functies.

Op de Havermarkt ga je naast café Bruxelles winkelgebied ’t Sas in. Vervolgens neem je de uitgang links naar de Torenstraat en steekt deze recht over naar het Kerkplein voor een bezoekje aan de Grote Kerk.

Grote of Onze Lieve Vrouwekerk

De bouw van de Grote Kerk startte in 1410 en was in 1547 gereed. De 97 meter hoge toren was al in 1509 klaar. De bouw daarvan duurde veertig jaar. De Nassaus en vooral Hendrik III droegen veel bij aan de bouw van de kerk. 

Deze van oorsprong katholieke Onze Lieve Vrouwekerk ging na de beeldenstorm over in hervormde handen en wordt sindsdien Grote Kerk genoemd. 

Het pronkstuk van de Grote Kerk is de Prinsenkapel met de graftome van Engelbrecht II, 16e eeuwse fresco’s, een drieluik van Jan van Scorel en een schitterend met bladgoud gerestaureerd plafond.  

Ook de koorbanken, het prachtige koperen traliewerk, de graftombes van de Polanens en de Nassaus, de fraai bewerkte grafschriften ter nagedachtenis aan andere gestorven edelen, het gerestaureerde orgel uit 1715 en de grafzerken waar je overheen loopt, zijn bijzonder.

Willem van Oranje, die in 1584 in Delft werd vermoord, had in de Grote Kerk onder het grafmonument van Graaf Engelbert II zijn laatste rustplaats gereserveerd, maar toen hij werd doodgeschoten was Breda in Spaanse handen. Willem werd in Delft bijgezet en vervolgens gebeurde datzelfde met bijna alle na hem komende Oranje-Nassaus. Willem’s eerste vrouw, Anna van Buren, ligt wel in Breda begraven.

Vanuit de Grote Kerk ga je linksaf naar de Grote Markt.

Grote Markt

De Grote Markt, het hoogst gelegen punt van de stad, is al eeuwenlang in gebruik als marktplaats. Er werden in het begin vooral granen verhandeld. De algemene warenmarkten, zoals die nu op dinsdagochtend en vrijdag worden gehouden, dateren van 1321. Al sinds de zeventiende eeuw bespeelt de stadsbeiaardier tijdens marktdagen het carillon van de Grote Toren.

De Grote Markt was voeger ook de plek waar terechtstellingen plaatsvonden De klok in het torentje van het Stadhuis riep nieuwsgierige Bredanaars op om het gruwelijke schouwspel mee te maken.

Tegenwoordig is het er vooral gezellig. Veel restaurants en terrassen en vaak het middelpunt van mooie evenementen.  

Aan de overkant op de Grote Markt zie je het stadhuis van Breda.

Stadhuis

De hoofdingang van het stadhuis boven het bordes, wordt bewaakt door twee zandstenen leeuwen. Het stadhuis bestaat eigenlijk uit vier huizen die bouwmeester Philips Willem Schonck in 1767 achter één gevel verborg. Het oudste deel is de grote hal. Al in de vijftiende eeuw werd daarnaast ook een zgn. 'Cleyn raedthuys' in gebruik genomen. Het meest rechtse huis, het 'Liggend Hert' kwam er als laatste bij. 

Vrouwe Justitia boven de hoofdingang geeft aan dat hier vroeger ook recht gesproken werd. In de hal hangt een grote kopie van het beroemde schilderij van Velazquez 'Las Lanzas'. Hierop is de overgave van Breda aan de Spaanse bevelhebber Spinola (1625) te zien. Het oorspronkelijke schilderij hangt in het Prado in Madrid.

Het stadhuis wordt alleen nog gebruikt voor raads- en commissievergaderingen, voor het sluiten van huwelijken en voor officiële ontvangsten.

Grote Markt 19

Het pand schuin aan de overkant, op nr. 19 heette 'Het Lam' of 'Het witte Lam'. Prins Filips Willem, zoon van Willem van Oranje,  gaf in 1614 toestemming om hierin de Vleeshal onder te brengen. Alleen op deze plek mocht vlees worden verkocht. De mooie afbeelding van Sint Joris en de draak in de gevel verwijst naar het kruis- en voetbooggilde St. Joris dat hier vanaf de 17e eeuw gevestigd was.

Van 1933 tot 1998 was hier het Stedelijk en Bisschoppelijk Museum gevestigd, de voorloper van het huidige Stedelijk Museum Breda. Tegenwoordig huist in de 15e eeuwse kelder van dit pand bierbrouwerij St. Joris.

Judith

Vlak voor de voormalige vleeshal staat het bevrijdingsmonument 'Judith' van Niel Steenbergen. Volgens het bijbelverhaal was Judith een Joodse vrouw die het kwaad overwon met een list.  De dierenkoppen bovenaan het beeld staan voor menselijke hoofddeugden.

Op de sokkel staan enkele toepasselijke teksten zoals ‘Leven van Vrijheid beroofd is leven in verzet’ en ‘Hun wil was wet, hun wet was dood’. Het beeld werd in 1952 op de Grote Markt geplaatst en was een cadeau van de Bredase bevolking.

Je gaat tot het eind van de Markt, links om de bomen heen en vervolgens de St. Janstraat in.

Antonius Kathedraal

In de St. Janstraat staat voorin rechts de Antonius Kathedraal, een rijk uitgevoerde waterstaatskerk. Dit was in 1836 de eerste katholieke kerk die, na de schuilkerkenperiode, officieel gebouwd mocht worden. Het was ook de eerste bisschopskerk van het nieuwe bisdom Breda.

De zetel van de bisschop van Breda keerde in 2001, na een afwezigheid van 32 jaar, terug naar de Antoniuskerk. Die kreeg opnieuw de status van kathedraal.

Hofhuizen

Even verder in de St. Janstraat staan twee voorname hofhuizen, het Huis Hersbeeck (nr. 16), nu een horecagelegenheid en het Huis Ocrum (nr. 18). Hierin is Centrum voor de Kunsten Nieuwe Veste gevestigd.
In 1667 verbleven in beide huizen de Engelse gezanten, die deelnamen aan de Vredesonderhandelingen voor de Vrede van Breda. De afgevaardigden van de Raad van State gebruikten het Huis Hersbeeck  wanneer zij in de stad op dienstreis waren. Ook koning Lodewijk Napoleon logeerde er.

Het roodbruine Huis Ocrum was van 1848 tot 1952 rooms burgerweeshuis. Dat is nog te zien aan de kinderkopjes die aan de negentiende eeuwse voorgevel van het gebouw zijn aangebracht.

De St. Janstraat gaat over in de Veemarktstraat. Die ga je een klein stukje in tot nr. 46.

Bisschoppelijk paleis

De oorspronkelijke naam van deze straat is de Gasthuisstraat. De straat wordt voor het eerst vermeld in een oorkonde uit 1340. Hiermee is het een van de vroegst vermelde straten in Breda. Later heeft de naam Veemarktstraat de oorspronkelijke naam verdrongen.

Van het Bisschopshuis (nr. 46), een beetje achteraf in de Veemarktstraat, is jammer genoeg alleen de voorkant te zien. Alleen aan de achterkant is het achttiende eeuwse karakter bewaard gebleven. Hier woonde in de zestiende eeuw de thesauriergeneraal van Prins Maurits en de burgemeester van de stad Breda, Godevaert Montens. Sinds 1872 is het de ambtswoning van de bisschop.

Je draait om en gaat terug, maar houdt op de splitsing rechts aan zodat je in de Veemarktstraat blijft.

Lutherse Kerk

In de Veemarktstraat loop je gemakkelijk voorbij aan de Lutherse Kerk, want die ligt verscholen achter een vrij onopvallende poort. Het Lutherse kerkgebouw (nr. 11) is van oorsprong een schuilkerk.

In de tijd van de Republiek der Verenigde Nederlanden mochten alleen de hervormden als zodanig herkenbare kerkgebouwen beheren. De Lutheranen bouwden dus in 1782 achter het huis met de naam 'Repos Ailleurs' (rust elders), hun kerk en hielden daar, zonder dat het opviel, hun samenkomsten. De Lutherse kerk is niet te bezichtigen.

Vanaf de Lutherse Kerk, keer je om en loop je door tot je linksaf de St. Annastraat in kunt.

St. Annastraat

Let voor je linksaf slaat nog even op de bijzondere gevel van Veemarktstraat 40.

De St. Annastraat dateert al uit de zestiende eeuw en is waarschijnlijk aangelegd omdat de Heren van Breda die op het Kasteel woonden, voor hun paarden en rijtuigen een directe toegang wilden hebben naar het Valkenberg. Het is een authentiek straatje met kleine, bijzondere winkels.

Ga vlak na café Publieke Werken rechtsaf de poort door.

Willem Merkxtuin

Deze poort leidt naar de Willem Merkxtuin. In 1984 nam Ir. Willem Merkx afscheid als burgemeester van Breda. Het was zijn wens om van het braakliggend terrein achter de patriciërshuizen aan de Catharinastraat een fraaie tuin te maken. Als afscheidscadeau bood de Bredase bevolking hem deze beeldentuin aan. Vanuit de Merkxtuin heb je een mooi uitzicht op de achterkant van de patriciërswoningen in de Catharinastraat. De tuin is tussen 9.00 en 17.00 gratis toegankelijk. 

Het is ook een mooie plek om op marktdagen om 11.oo uur de beiaard van de Grote Kerk te beluisteren.

Je gaat de tuin een stuk in en neemt de andere uitgang. Die komt uit op de Catharinastraat. Schuin links aan de overkant ligt het Begijnhof.

Begijnhof

De geschiedenis van het Begijnhof, het meest rustieke plekje in de Bredase binnenstad, gaat ruim 750 jaar terug. Het hof lag tot 1531 dichter bij het Kasteel van Breda, maar Hendrik III van Nassau had die grond nodig voor de uitbreiding van zijn  kasteel. Hij schonk de vrome vrouwen een stuk grond in het Valkenberg. Als tegenprestatie beloofde hij de begijnen dat het hof altijd de bescherming van de Nassaus zou houden. 

De laatste begijn overleed in 1990. Nog steeds wonen op het hof alleen ongetrouwde dames. Hoe de begijnen leefden en werkten kun je zien in het Begijnhofmuseum op nummer 29.

De tuin van het Begijnhof is een kruidentuin. Je vindt er honderden soorten kruiden. Die gebruikten de begijnen voor hun werk in de ziekenzorg.

Tweede hof

Rechts vooraan in die kruidentuin staat een beeld van twee begijnen, gemaakt door Hans Bayens. In de jaren ‘60 van de negentiende eeuw werd het Begijnhof uitgebreid met een tweede hofje. Dat vind je achteraan rechts. Daar staat een beeldje dat Johanna van Polanen voorstelt. Zij was de stichtster van de Wendelinuskapel, de huidige Waalse Kerk en echtgenote van graaf Engelbrecht, de eerste ‘Bredase’ Nassau.

Boven de poort in de Catharinastraat en in de gevel van de kerk staan beelden van de schutspatrones van de begijnen, de heilige Catharina met het rad. Catharina is ‘geradbraakt’, omdat zij niet met keizer Maxentius wilde trouwen. Zij had haar leven aan God gewijd.

In het poortgebouw is het Miniaturen- en Poppenhuismuseum gevestigd.

Je verlaat het Begijnhof en gaat linksaf de Catharinastraat in.

Waalse Kerk

Meteen links in de Catharinastraat zie je de Waalse Kerk. Deze intieme kerk is als Wendelinuskapel gebouwd in opdracht van Johanna van Polanen. Na de verhuizing van het Begijnhof werd de Wendelinuskapel de kerk voor de begijnen. Later ging de kerk over naar de Waalse gemeente. De officieren en cadetten hadden hier hun eigen banken. De vader van de dichter Jacques Perk was hier van 1868 tot 1872 Waals predikant. Tegenwoordig wordt de kerk gebruikt voor tentoonstellingen, concerten en ontvangsten.

Vanaf hier heb je de keuze om de wandeling te beëindigen en terug te gaan naar het beginpunt in het naastgelegen Valkenbergpark of door te lopen naar Stedelijk Museum Breda.

Catharinastraat

Ook in de Catharinastraat vind je verschillende hofhuizen. Tegenover de Waalse Kerk, op nr. 20, logeerden afgevaardigden van de Staten van Holland, Zeeland en West-Friesland. In 1667 waren zij aanwezig bij de onderhandelingen voor de Vrede van Breda, in het Kasteel van Breda. Toen de Vrede van Breda was gesloten, werd in de stad een groot feest gehouden en stonden voor dit huis fonteinen opgesteld, waar wijn uit spoot.

Aan het eind van de Catharinastraat stond vroeger de Gasthuispoort, een van de drie stadspoorten die rond 1330 bij de ommuring van het Breda werden gebouwd. De poort ontleende zijn naam aan het gasthuis in de Boschstraat.

Stedelijk Museum Breda

Je vindt Stedelijk Museum Breda op Boschstraat nr. 22. Daarvoor ga je bij de verkeerslichten rechtdoor. In het gebouw van SMB was al vóór 1246 een gasthuis gevestigd, dat eerst buiten en later binnen de stadsmuren stond. Het gebouw heette de Beyerd (of beyaert). Dat betekent oorspronkelijk ziekenzaal of gemeenschappelijke eetzaal in een gasthuis. Behalve gasthuis voor zieken en armen had het gebouw ook de functie van pesthuis en ‘Dolhuis’ (gekkenhuis). Tot 1955 was het een oude mannenhuis.

Sinds 2017 is hier Stedelijk Museum Breda gevestigd. een ideaal vertrekpunt voor iedereen die de geschiedenis en de kunst van Breda en omgeving wil beleven en ontdekken.