Wist je datjes - over carnaval
Carnaval. Je kijkt er een heel jaar naar uit of je hebt er helemaal niks mee. Weinig feesten waarover de meningen zo uiteenlopen. Voor wie er (nog) weinig van weet, zetten we wat ‘wist je datjes’ op een rij. Een soort Kielegat voor beginners dus.
De oorsprong van carnaval
Carnaval vindt zijn oorsprong bij de katholieken die ieder jaar voordat de vastentijd van veertig dagen in ging, het leven wilden vieren. Over de oorsprong van de naam van dit volksfeest zijn meerdere meningen, maar de meest waarschijnlijke is dat die komt van ‘carnem levare’ uit het kerklatijn wat ‘opheffen of wegnemen van het vlees’ betekent.
De eerste Nederlandse vermelding van carnaval dateert uit 1673. De Belgen vieren al langer carnaval. Het schilderij hiernaast 'De strijd tussen carnaval en vasten' van Pieter Breughel dateert uit de zestiende eeuw.

Kielegat
- De carnavalsnaam van Breda is sinds 1971 'Kielegat', wat verwijst naar de boerenkiel, de traditionele kleding bij het Brabantse carnaval. De eeuwen daarvoor heette Breda ´Abdera´, een naam die van lieverlee op de achtergrond raakte.
- De kleuren van 't Kielegat zijn rood met oranje.
- De Bredase dorpen hebben hun eigen carnavalsnamen: Bavel: Baviaonenland, Prinsenbeek: Boemeldonck, Teteringen: Totdenringen, Ulvenhout: Bosuilendorp, Princenhage: ’t Aogje en Ginneken: ’t Ginneke. De wijk Haagse Beemden verandert tijdens carnaval in Giegeldonk.

Prins en gevolg
Prins carnaval gaat altijd voorop in de festiviteiten. In ut Kielegat is Prins Arie d’n Irste onze Hoogheid. Meestal blijft een prins drie jaar in functie. Vanwege de gemiste corona-carnavals is Prins Arie dit jaar voor het vierde jaar de prins. Het is wel zijn laatste jaar. Wie hem opvolgt blijft tot 'de ellufde van de ellufde' het best bewaarde geheim van ut Kielegat. Dan wordt de nieuwe Hoogheid gepresenteerd.
De prins gaat nooit op stap zonder zijn gevolg. Dat bestaat in ut Kielegat uit de twee pages, de Raad van Elf, de Sik (de secretaris van de prins), de Nar, de Pliessie en natuurlijk een hofkapel voor de muzikale ondersteuning. De Hofchauffeur rijdt het prinselijke gezelschap rond in de Kielegatbus. Het Kielegat kent ook een jeugdprins en -prinses met eigen gevolg.

Tradities
Carnaval hangt aan elkaar van tradities. We noemen er een paar.
- Het carnavalsseizoen start op de elfde van de elfde met de presentatie van de (nieuwe) prins en de verkiezing van het carnavalslied voor het komende carnaval.
- Op carnavalszaterdag om 15.11 uur overhandigt de burgemeester de symbolische sleutel van de stad aan de prins. Met de woorden: “Kielegatters, de stad is van ons”, trapt hij carnaval af.
- Jaarlijks terugkerende evenementen tijdens carnaval zijn onder meer de (kinder)optocht, de carnavaleske wandeling, de verkiezing van de Grôtste Mââuwerd, de Oelekerkdienst en Hossen op de Markt.

Onderscheidingen
Niet weg te denken zijn onderscheidingen voor mensen die zich op een bijzondere manier inzetten voor carnaval. In Breda kennen we (van laag naar hoog) de Kieleplak, de Kieleplak-speciaal en de persoonlijke onderscheiding (PO) van de Prins. Van die laatste reikt de prins er ieder jaar elf op eigen titel uit.
Verdiende insignes en medailles worden ieder jaar weer met veel trots gedragen, maar alleen in de periode van 11 november t/m halfvasten. De PO van de Prins mag, uit respect voor de prins, ook door het jaar worden gedragen bij gelegenheden waar de prins in functie aanwezig is.

Kiske en Mieske
- Kiske en Mieske zijn de carnavalssymbolen van Breda. De twee in boerenkiel geklede levensgrote poppen worden bij de sleuteloverdracht onthuld en hangen tijdens carnaval aan de gevel van het Stadhuis.
- Op dinsdagavond, bij de afsluiting van carnaval, worden ze naar beneden getakeld en begeleid door een lange stoet treurende Kielegatters naar de Haven gedragen. Daar gaat onder het afsteken van vuurwerk, de fik erin.

Kielegatse Walk of Fame
- Waar Hollywood met de Walk of Fame beroemde filmsterren eert, heeft Breda zijn Ridderstraat. Hier liggen zo'n 25 koperen plaquettes, eentje voor elke prins carnaval van het Kielegat.
- In de Ridderstraat vind je ook het beeldje van St. Juttemis. Hoewel van oorsprong een katholiek feest, verbood de kerk begin 1900 carnaval omdat het te losbandig zou zijn. Wanneer Bredanaars de bisschop vroegen wanneer zij weer carnaval mochten vieren, was het antwoord steevast “met Sint Juttemis”, oftewel “nooit.” Dat ‘nooit’ duurde uiteindelijk tot 1936. Bij het 55-jarige bestaan van het Bredase carnaval in 1991, werd in de Ridderstraat het beeldje van St. Juttemis geplaatst.

